Paplepel
Deze week heb ik eens nagekeken hoe vaak ik bij u op de deurmat lag met dit ‘Stukkie’. Dit is nummer 993 en als ik dat zo zie vraag ik me af waar ik dat in vredesnaam vandaan haalde!
Voor deze krant, doe ik het straks in mei 15 jaar, daarvoor voor een krant die er inmiddels niet meer is, maar ik heb nog wel leuke herinneringen aan de collega’s uit die periode. Wijlen collega en dichter Erwin Karreman heeft het allemaal veroorzaakt, hij zou het gaan doen in 1995, maar zag er vanaf want elke week een column leek hem wat veel, en dat terwijl hij een zeer kundig dichter was.
Ik ben het toen maar gaan doen, Erwin gaf me hooguit een half jaar en dan zou ik wel afhaken, het werden 20 jaren, dus op dat punt kreeg hij geen gelijk. Helaas heeft hij het niet mogen meemaken, hij overleed op mijn verjaardag op zondag 8 februari 1998, velen verloren hierdoor een literair genie en collega op het toen nog Albert Einstein Lyceum, waar ik destijds ook werkzaam was.
Postuum heeft hij nog wel in het boek van Donny en mij, ‘Verrassend Anders’ een gedicht gepubliceerd, ergens in 2001, we vonden dat hij er zeker in moest. Maar goed, de tijd schrijdt voort en herinneringen vervagen of komen juist weer onstuimig terug, zo gaat dat vaak als je ruim 18 bent.
Ondertussen is de wereld mateloos veranderd, de mobieltjes zijn gekomen, het internet maakte een grote opmars met hier en daar zelfs een heuse elektronische snelweg! Wat een luxe kregen we, de ouwe IBM kogelkop schrijfmachine kon ik slopen en van de motor een waterpomp maken.
Daarvoor in de plaats kwam een fraai toetsenbord met tiptoetsen, je moest wel wennen aan het zachte ‘aanslaan’ want anders vlogen de letters je om de oren. Maar je kon dan ook op een super moderne floppydisk wel 750 MB data opslaan, zodat je het later weer kon inladen op je pc met wel een 40 MB harde schijf! Tja, dat waren nog eens tijden, binnen drie minuten had je al een spelletje, zoals bijvoorbeeld Tetris ingeladen en kon je uren genieten van vallende balkjes en blokjes, wat een weelde.
Ik heb toen de voorloper, de Commodore 64 maar op zolder gesodemieterd en vorig jaar weggegeven aan een museum. Maar ja, veel internet bezoeken ging wel flink in de papieren lopen, elke telefoontik kostte geld en geloof me, dat kon aardig oplopen.
De eerste epistels voor de krant moest ik nog telkens op een floppy zetten en naar de redactie brengen, met de auto of metro wel te verstaan, want internet kwam wat later in beeld bij onze toenmalige uitgever. Ondertussen is alles sneller geworden, we kunnen binnen een minuut alle gebeurtenissen die op de wereld plaatsvinden thuis of onderweg op ons beeldscherm aanschouwen.
Maar als je dat doet ga je je zorgen maken, want hoewel mensen van mijn leeftijd best wel wat oplaaiende vuurtjes hebben meegemaakt op deze aarde, ziet het er nu toch wel erg zorgelijk uit. Maar goed, als de nood op z’n hoogst is, is de redding nabij, laten we het daar maar op houden. Oorlogen, vluchtelingen en actiegroepen, de tv kan het amper aan.
Is het erg raar als ik zeg dat ik het triest vind dat veel ‘games’ voor de jeugd het er met de paplepel ingieten? Wat was er mis met Tetris en Boulderdash? Je kunt op verschillende manieren kennis vergaren, de computer is er één van, maar waarom moet je leren om oorlog te ‘spelen’?
Reacties: jk@ hoogvliet.org