Windmolens?
Al bijna 20 jaar schrijf ik columns, gewoon met een toetsenbord en niet meer zoals heel vroeger met een typemachine. Voordeel is dat je overal kunt schrijven en in elke hoedanigheid. Het maakt niet uit of ik me geschoren heb en of mijn haar wel goed zit.
Ook maakt het niet uit als ik m’n dag niet heb en wat lodderig uit de ogen kijk of vol met jeugdpuistjes zit, in mijn geval dan ouderenbobbeltjes. Of ik in mijn versleten broek zit met een gekreukeld shirt maakt evenmin wat uit. Dus heerlijk, alleen maar schrijven en geen gedonder over lijf en leden. Natuurlijk moet ik er wel rimpelvrij uitzien als ik ergens heen moet, voor je het weet heb je een naam die je niet wil. Onlangs moest ik in het pak, nou ja pak, een nette pantalon met een keurig overhemd zonder wurgdas. Wat was de oorzaak van deze voor mij nogal deftige outfit?
Als je aan de weg timmert horen en zien veel voorbijgangers je, op zich niet erg, maar soms ook lastig of juist verheugend. Een vrij grote productiemaatschappij, die voor even bekende tv stations produceert, had kennis genomen van mijn columngeschrijf. Natuurlijk vind ik dat best leuk, vooral omdat ze enthousiast zijn en me vroegen of ik hun vaste columnist wilde worden.
Ik ben om dat te bespreken dus met m’n jootje naar hun fraaie optrekje gereden om daar bij het genot van een mooie bak koffie de afspraken daarover te maken, vandaar dus die pantalon. We zijn naar de locatie geweest waar een langdurig reality programma draait, was mooi om te zien, maar ik kon daar niet blijven want ik ben aan mijn eigen bed gewend.
Maar nou komt het! Ik ga de columns niet alleen schrijven maar ook op een smeuïge manier voor de camera inspreken, u kent het wel, neus poederen en haar kammen. Dus niks in onderboek en wilde haren tikken, gewoon monter en vrolijk voor de camera, het is even wennen. Tja. De column voor u in deze krant is minder werk natuurlijk, al is hij wel langer dan die voor het utopisch gebeuren elders in den lande.
Toch blijft het lekker ongezien schrijven voor u nog steeds erg leuk, al moet ik soms wel eens flink aan de duim zuigen, want na al die jaren heb ik al veel onderwerpen de revue laten passeren. Maar het dichtbij huis schrijven heeft wel iets, zo kun je de schapenscheerder in de kinderboerderij nog eens zien, de ouderen feliciteren die al 40 jaar in hun eigen serviceflat wonen en niet te vergeten zeuren over een verkeerde vlag bij ons Hoogvlietse Dorpskerkje.
Als import inwoner heb ik iets met dit stomme dorpje, nou ja dorpje, zeg maar klein stadje. Hoogvliet had een ziel die intens was, maar ik zie, net als velen, het geheugen van Hoogvliet krimpen, het gevoel dat je hebt als je van je eigen warme huisje, met groentetuintje, moet verhuizen naar een flatje zonder zorg op de 14-de verdieping.
Alleen de echte Hoogvlieters kunnen het Hoogvliet behouden, poot stijf en kop op, knokken voor onze stad! Natuurlijk blijft ons durpje van ons, want welke status er ook is of komt, de Hoogvlieter krijg je niet klein. Of vechten we toch tegen windmolens? En wat dan nog, zelfs daar kun je van winnen.
Reacties: jk@ hoogvliet.org